Leestijd 6 – 8 minuten, door Yuri van Bergen
De duurzaamheidsopgave van de gebouwde omgeving is geen louter technische opgave.
Het is voor iedereen nu wel duidelijk dat er een grote duurzaamheidsopgave voor ons ligt, die met de dag groter lijkt te worden. De dagelijkse dosis aan slecht nieuws over het klimaat kan ons het idee geven dat er niets meer te redden valt, terwijl we eigenlijk nog niet eens zijn begonnen. We verschillen met zijn allen nogal van mening over de oplossingen waarmee we aan de verduurzamingsopgave kunnen voldoen. Die visies zijn afhankelijk van positie en belang en lijken minder gericht op het collectieve doel: een duurzame wereld voor iedereen.
Dit geldt ook zeker voor de opgave voor de gebouwde omgeving. In een eerder artikel hebben we Diederik Samsom al eens vriendelijk gevraagd of hij de “bouwbubbel” wilde doorprikken. Deze “bouwbubbel” houdt in dat men zich binnen de bouwsector enkel richt op het laaghangend fruit: de woningen waar een ‘makkelijke’ duurzame winst te behalen is (namelijk aan de ene kant nieuwbouw en aan de andere kant de renovatie van sociale woningen). Men gaat dan voorbij aan een grote en belangrijke groep: de miljoenen woningen in bezit van eigenaar-bewoners. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat deze groep later kan leren van de resultaten uit de voorbeelden vanuit de sociale sector. Het probleem voor deze geplande opschaling ligt deels bij een middengroep die in het verleden verleid is tot het kopen van een huis (veelal voormalig corporatie bezit of woningen met een hiermee vergelijkbare kwaliteit). Deze mensen kunnen vaak net, maar vaak ook net niet, het noodzakelijk onderhoud aan hun woningen betalen. Daarnaast gaat het ook om mensen die misschien wel wat meer financiële mogelijkheden hebben maar waarbij de oplossingen die men nu bij de sociale woningbouw inzet, nog steeds verre van betaalbaar zijn.
Figuur 1: Component Renovatie is de meest voor de hand liggende route naar betaalbaar CO2 neutraal wonen in 2050.
Toch zal men niet om deze groepen heen kunnen. Samson stelt in een artikel zich in te willen zetten voor een aanpak per wijk, maar zal daarbij ook deze bewoners tegenkomen en wat doet hij dan? De aanpak uit het verleden biedt te weinig mogelijkheden om rekening te kunnen houden met ieders persoonlijke situatie. Waar men veelal de ogen sluit voor de lastigste opgave die nog moet komen, kijken wij ernaar vanuit onze ervaring met het renoveren van zo’n half miljoen woningen. We stellen dan vast dat er twee sleutelbegrippen zijn voor een succesvolle aanpak: ‘componentrenovatie’ en een ‘aanbod in dienstverlening’.
Componentrenovatie : een oud begrip met nieuwe erkenning.
In de jaren negentig introduceerden wij al het begrip componentrenovatie. Met de aanpak van een keuken of douche kwam er tegelijk ruimte voor de bewoner om installaties toe te voegen waardoor niet alleen de gebruikskwaliteit van de keuken of douche werd verbeterd maar ook de gebruikskwaliteit van de hele woning (bron). Na enkele jaren van onderzoek en ontwikkeling werden de eerste bewijzen als experiment in projecten dan ook geleverd (bron). Het renoveren van componenten als beste idee voor de aanpak van de gebouwde omgeving was daarmee een feit. De sleutel tot succes? Het was ons na vele jaren gelukt om de volledige woningvoorraad van inmiddels 7,6 miljoen woningen terug te brengen naar slechts 9 componentfamilies voor het dak, 7 families voor de component gevel en 5 voor de plattegrond. Deze families dragen bij aan het strategisch ‘robotiseren’ van de producten en processen gericht op innovatie. Waarbij we het resultaat van dit systeem denken juist gebruiken om de barrière voor individualiteit en betaalbaarheid in de gebouwde omgeving weg te nemen.
Figuur 2: de CO2 besparingsopgave in Nederland. Om de doelstellingen uit het klimaatakkoord te behalen moet er minimaal een CO2 reductie van 60% worden gerealiseerd in de gebouwde omgeving.
Vanaf 2007 zijn we daarom ook vol gestart met de uitbreiding van ons aanbod in componenten door in samenwerking met de industrie te focussen op innovatie. Op dit moment hebben wij een aanbod van 20 “renovatie producten” (en meerderen in ontwikkeling) vanuit 23 industrieën samengesteld op basis van één enkel productiesysteem. Sinds 2017 hebben we onder de noemer Alliantie+ bijna 50 woningen gerenoveerd op basis van één of meerdere van deze “renovatie producten“ voor zowel de particulier als voor de sociale huursector. Het denken in componenten heeft duidelijke voordelen. Voor de gebruiker/eigenaar-bewoners is het eenvoudiger om de aanpak van een component te overzien en financieel te bewerkstelligen dan de gehele woning in één keer te renoveren. Met een componenten-aanpak kan de bewoner daarnaast zelf keuzes maken over het tempo en de kwaliteit van de verbetering en deze afstemmen op de eigen wensen. Met componentrenovatie komt het uitvoeren in de serie van 1 in zicht (bron) en daarmee zijn we niet meer afhankelijk van of de buren ook mee willen doen op hetzelfde moment.
Langzaamaan wint het denken in componenten terrein en daar zijn we blij mee! Helaas wordt het naar onze mening weer veelal te technisch beschouwd en werkt men teveel aan een aanbod van producten of bouwpakketten gemaakt in een fabriek. Hierdoor dreigt het weer een aangelegenheid voor techneuten te worden terwijl het renoveren van componenten juist als methode is ontwikkeld om de route naar de consument te ontsluiten. In het verleden heb ik als assistent-manager productie in een prefab fabriek van dichtbij mogen ervaren wat de problemen zijn van een dergelijke opschaling door industrialisatie in de bouw. De grootste barrière lag niet in de fabriek, het magazijn, bij de logistiek of kwaliteitscontrole. Het grootste probleem was het gebrek aan volume.
Ten tijde van de wederopbouw bevond deze fabriek zich in de top 3 van de fabrikanten van systeembouw woningen (bron), maar pas later, toen de maatschappij meer behoefte begon te krijgen aan differentiatie in kwaliteit, ontstond vanuit deze nieuwe vragen een nieuw probleem.Een probleem waar de voorziene nieuwe fabrieken in de toekomst ook mee te maken gaan krijgen als we niet fundamenteel anders met elkaar gaan samenwerken. De grootste vijand voor deze succesvolle fabriek toen was namelijk een sector die het denken in producten los liet en zich ging specialiseren in (nieuwbouw)projecten. Met de opkomst van projectmanagement werd ieder project verheven tot een uniek resultaat en werd de fabriek ondergeschikt gemaakt als productiemiddel voor dit unieke resultaat (bron).
Figuur 3: neemt u met ons de afslag richting Component Renovatie?
Aanbod van diensten in plaats van losse producten.
Een snelle rekensom leert dat we de oplossing voor de gebouwde omgeving niet bij de bouwsector zelf gezocht moet gaan worden. De opgave voortgekomen uit het klimaatakkoord ligt op 1000 renovaties met een grote stap in CO2 besparing per dag. Ervaringen vanuit de consumentenmarkt leren ons dat dit aantal vraagt om gemiddeld 5000 potentiële orders per dag die voortkomen uit 25000 mogelijke klanten per dag (dag na dag!). Dit zijn dus klanten bestaande uit huurders en eigenaar-bewoners die een duurzame renovatie voor hun woning overwegen. Dit betekent dat op een willekeurige dag bijvoorbeeld de volledige gemeente Sliedrecht een verbetering aan zijn of haar woning moet overwegen die verder gaat dan dubbelglas en zonnepanelen plaatsen.
Uiteindelijk moeten álle bewoners van Nederland eraan geloven. De senioren, de gezinnen, de alleenstaanden, de jongeren en de hulpbehoevenden. Met een breed scala aan (bewezen) communicatiemiddelen zoals die door corporaties worden gehanteerd is dit ondoenlijk, zelfs met inzet van digitale middelen. Het stokt bij de overgang van wens van de klant naar potentiële order. Dit is een belangrijk argument waarom het één op één overnemen van de corporatiepraktijk naar de particuliere markt niet gaat werken.
Het verduurzamen van de gebouwde omgeving vraagt niet louter om technische oplossingen die komen uit fabrieken. De gebouwde omgeving vraagt om een visie op haar bezit en de mogelijkheden om de huidige kwaliteit van deze woningen op een innovatieve en sociale manier te herontwerpen,afgestemd op haar gebruikers. Deze visie dient het totale proces te omvatten om zo snel en efficiënt mogelijk van wens tot realisatie te komen mét oog voor de klant. We moeten een nieuwe afslag met elkaar nemen richting een duurzame toekomst die gebaseerd is op oplossingen en diensten die slim en snel gebruik weten te maken van de middelen die er vandaag al zijn.
Het renoveren van componenten is een dergelijke visie die de meest voor de hand liggende route naar CO2 neutraal wonen in 2050 omvat. We moeten dan wel stoppen met enkel rekenen en tekenen aan onze woningvoorraad en gaan denken in systeem oplossingen die gebaseerd zijn op de reeds beschikbare data en ervaring. Big data die door middel van algoritmes in een fractie van een seconde de klant kunnen vertellen waar ze staan en hoever de reis naar CO2 neutraal wonen nog is volgens verschillende routes.
Systemen die ons direct een range aan diensten laten zien die de klant daadwerkelijk ondersteunen bij de reis van wens tot start realisatie. En die bij opdracht dan ook direct in productie kunnen worden omgezet om geen tijd en kwaliteit met elkaar te verliezen. We moeten echt anders gaan denken en stoppen met het denken in projecten gebaseerd op de vertrouwde denkpatronen. Onze duurzame toekomst ligt voor het grijpen door samen te gaan ontwikkelen vanuit de herhaling die onze gebouwde omgeving biedt voor (sociale) innovatie. Laten we samen de afslag ‘Component Renovatie’ nemen en daarmee de klant weer koning maken in de bouw!
Geraadpleegde bronnen in dit artikel:
- Prikt Samsom de bouwbubbel door?, Yuri van Bergen, 2018
- Samsom: Stop met groene subsidies waar alleen de elite van profiteert, Trouw, Hans Marijnissen, 2018
- Bouwen en wonen à la carte, Martin Liebregts & Sandra Arts, 1999
- Op zoek naar individueel wonen, 2009
- Wat maakt componentrenovatie cr?, Martin Liebregts & Yuri van Bergen, 2009
- Onderzoek systeemwoningen, 2013
- Woningvoorraad, uniformiteit in verscheidenheid, Martin Liebregts, 2013