Leestijd: 4 – 5 minuten, door: Sven Ringelberg
Hoe 1.000 woningen per dag te renoveren vanuit de klantbehoefte, niet vanuit blindstaren op innovatie en techniek
‘’Al die mensen met hun woonwensen, die maken standaardisatie onmogelijk! Nu kunnen we alweer niet die prachtige innovatie passend krijgen op de markt!’’
Eerder deze maand heb ik een artikel geschreven over innovaties en dat ze altijd trager komen en minder rationeel zijn dan we willen geloven. Tegelijkertijd is innovatie een belangrijke stap om tot de opschaling, standaardisatie én daarmee die 1.000 woningrenovaties per dag te komen. Want dat is het tempo wat nodig is om de energietransitie in de gebouwde omgeving te realiseren. Door het artikel van Yuri van Bergen (1) dat ingaat op de behoeften van mensen die in die 1.000 woningen wonen werd ik geïnspireerd die focus op klantbehoefte nog eens verder uit te werken. Ik ben ervan overtuigd dat werken aan innovatie én denken vanuit klantbehoefte gaat helpen om tot meer realisatie te komen. Daarbij zijn de kosten niet doorslaggevend, maar alweer die behoeften bij bewoners.
Een auto is toch een sneller paard?
Genoeg ondernemers halen de opmerking aan dat ‘consumenten pas behoefte hebben aan hun nieuwe product nádat deze gepresenteerd wordt’. Net als Steve Jobs ooit gezegd zou hebben dat mensen geen idee hadden dat ze behoefte hadden aan een iPad of iPhone, totdat deze apparaten op de markt kwamen. Dit idee dat de consument het product volgt bestaat al sinds de uitvinding van de auto en lopende band. Een van Henry Ford’s beroemde uitspraken was: ‘’Als ik aan mijn klanten had gevraagd wat ze wilden, dan hadden ze gezegd: een sneller paard’’.
In mijn gesprekken met ondernemers en uitvinders van innovatieve oplossingen om woningen te verduurzamen zie ik dezelfde houding. Het is gemakkelijk om verliefd te worden op je eigen producten en argumenten. In mijn eigen ondernemende activiteiten (2) merk ik dat ook. Wat lastig is, is jezelf inbeelden in de plaats van de eindgebruiker en redeneren vanuit de klantbehoefte. Uiteindelijk is een auto namelijk een sneller paard en een iPhone een interessantere en snellere manier van communiceren. Beide producten voldeden aan een dieperliggende behoefte. Maar hoe krijg je die behoefte bij een bewoner naar boven?
Trage innovaties en nog tragere energietransities
De beschrijving van de systeembouw door Yuri en de lessen die pas langzaam zijn plek vinden in hedendaagse projecten passen perfect bij de ‘natuur’ van innovaties. Innovaties in zowel technieken als processen verlopen traag. Innovatie past daarom van nature goed bij het verloop van een energietransitie. De geschiedenis van energietransities (3) vanaf de 16e eeuw wijzen uit dat de overschakeling van de ene naar de andere energiebron vaak 50 tot 75 jaar in beslag neemt. Alleen hebben we dit keer deze tijd niet. Want in 2050 moeten we klaar zijn, dat is dus zeker twee keer zo snel als een gemiddelde energietransitie duurt. We verwachten nu dan ook dat innovaties sneller gaan.
Figuur 1. De energietransitie van Nederland vanaf 1500 tot nu in beeld.
Standaardisatie als randvoorwaarde voor een snelle energietransitie?
Met deze uitgangspunten: langzame acceptatie van innovaties en de noodzaak de energietransitie snel te realiseren lijkt standaardisatie van woningverduurzaming een randvoorwaarde. Vooral de bestaande gebouwde omgeving met haar 7 miljoen woningen kent de grootste uitdaging, want in die woningen wonen mensen. Een aanpak van renoveren op zijn nieuwbouw’s, zoals Yuri beschrijft, lijkt een logische kandidaat om tot voldoende schaal te komen.
In de praktijk komt dit alleen niet tot de resultaten die werden verwacht. De cijfers laten schaal zien, maar in de praktijk wonen er mensen in de woningen. Het klinkt als een verschrikkelijke vondst, maar dat is wel hoe de meeste onderzoeksbureaus de markt bekijken. Al die mensen met hun woonwensen, die maken standaardisatie onmogelijk! Nu kunnen we alweer niet die prachtige innovatie passend krijgen op de markt! Die gekke mensen, ze weten pas wat ze missen als we ze een mooi plan presenteren. De markt blijft redeneren vanuit een product, terwijl we net gesteld hebben dat het gaat om de behoefte die daar onder verschuild gaat.
Zoomen we nog verder in op al die wijken en buurten, dan komen we tot de conclusie dat die woningvoorraad die zo lekker Nederlands-neurotisch is opgebouwd in woningtypologieën en bouwjaren toch wat minder stabiel in elkaar zit dan gedacht. Over de jaren is het eigendom versnipperd, kleine VvE’s zijn geboren en aanpassingen aan de woningen lopen flink uit elkaar. Het resultaat? Geslaagde experimenten, maar de droom van opschaling blijft een droom.
Vanuit de behoefte ontwikkelen is superieur, maar…
…het organiseren van de vraag vanuit de bewoners in gestandaardiseerde pakketten is een interessante manier om tot schaal te komen. Dit vervolgens organiseren op woningcomponenten in plaats van typologieën maakt de ‘pool’ van aanbod groter. Dit klinkt allemaal logisch, alleen ik zou nog een stap verder gaan. De vraag van de bewoners is vaak beter te begrijpen in termen van comfort, gezondheid, status en veiligheid. We moeten helpen om bewoners een vraag te laten stellen die inhoud geeft aan hun behoefte. Daarbij is terugverdientijd niet het meest zwaarwegende onderdeel, blijkt uit diverse onderzoeken (4). De huidige focus op woonlastenneutraal belet in die zin de energietransitie in de gebouwde omgeving door de aandacht te leggen op kosten in plaats van op behoeften.
Figuur 2. De belangrijkste triggers om duurzaam te gaan wonen.
Lessen uit het verleden
Een interessant voorbeeld is de overgang op aardgas in de jaren 60. Aardgas had voorafgaand aan deze uitrol niet de beste reputatie. Aardgas werd vooral gebruik voor ruimteverwarming door huishoudens met een hoger inkomen en angst voor ontploffingsgevaar kwam vaak voor. Toch werden er binnen 8 jaar meer dan 6 miljoen huishoudelijke toestellen vervangen of geschikt gemaakt voor aardgas. In miljoenen woningen die allemaal anders waren met andere klantbehoeften. De aanpak was stevig gecentraliseerd, tot de participatie aan toe. De reden waarom dit zo gestandaardiseerd aangepakt kon worden was dat het hier ging om één product in de woning: de bron van koken en verwarmen. Daarbij was er een duidelijke behoefte: overstappen naar ruimteverwarming en geen kolentroep meer. Deze behoefte die al ruim 10 jaar aanwezig was in het Nederlandse wonen samen met een duidelijke lijn vanuit Rijksoverheid gaf voldoende aanleiding om te standaardiseren.
Hoe we tot 1.000 renovaties per dag komen kan wel eens gaan verschillen. Misschien krijgen we voor aardgasvrij meer gestandaardiseerde producten, de Warmtewet 2.0 en de Rijksoverheid lijken daar wel op aan te sturen. Wat betreft de renovatie aanpak voor de rest van de woning is de behoefte van bewoners centraal zetten verstandig, maar gaat dit leiden tot grootschalige renovaties? Ik zie ook ruimte voor een meer stapsgewijze aanpak, die aansluit bij de behoefte. Theoretisch is dit natuurlijk minder voordelig voor bewoners, maar geld is niet alles, gemak is ook iets waard. Maar als we goed kijken is daar een bepaalde mate van schaal in te ontdekken.
De behoefte van bewoners moet meer centraal komen te staan, want uit al die individuele eisen kan een collectieve aanpak ontstaan. De markt doet er goed aan dit centraal te stellen in plaats van de eigen innovaties.
Bronnen:
- Overpeinzing: omdat er mensen wonen, duizendwoningenperdag.nl, Yuri van Bergen, augustus 2020.
- Binnen 5 minuten uw warmtepomp subsidie aanvragen, simpelsubsidie.nl, Sven Ringelberg, 2020.
- 5 Tips uit eerdere energietransities voor de proeftuinen aardgasvrij, transitiepaden.nl, Sven Ringelberg, 2020.
- Feel Good, Live Well. The UK Home, health and wellbeing report 2016, globalwellnessinstitue.org, Saint-Gobain, 2016.