Leestijd: 9-10 minuten, door: Elena van Werkhoven
Veel naoorlogse woonwijken, die zijn gebouwd in de jaren ’50 , ’60 en ’70 in Nederland, kampen met dezelfde problemen: klimaatverandering, woningnood, leefbaarheid en een gevoel van onveiligheid. Om deze problemen op te kunnen lossen worden verschillende aanpakken toegepast . Bijvoorbeeld het bijplaatsten van speeltuinen om elkaar te ontmoeten, het wippen van tegels en bijplaatsen van groene begroeiing en plannen om comfortabel en betaalbaar te kunnen wonen. Dit laatste voorbeeld vindt dan plaats via plannen voor onderhoud, renovatie, transformatie én of (sloop-) nieuwbouw. Voor wat de buurtbewoners zelf betreft vindt dit allemaal in één keer plaatst zodat ze weinig overlast hebben en de komende jaren kunnen genieten van hun eigen buurt.
Deze behoefte aan plannen zorgt voor steeds meer vraag naar onderzoek om de huidige bouwkundige kwaliteit van woningen, om zo de financiële consequenties van diverse aanpakken integraal te kunnen afwegen. Maar draait het bij deze keuze werkelijk alleen om cijfers en economische belangen? Welke kansen biedt de directe woonomgeving? En de mogelijke plannen onder de grond vanuit de warmtetransitie. Hoe zou de toekomstige gebouwde omgeving er uit kunnen zien wanneer integraal naar de buurt wordt gekeken, en welke invloed heeft dat op het sociale karakter en toekomst van een wijk ervan? De transformatie van bestaande wijken is een ongelooflijk spannende opgave die nieuwe kansen biedt, maar die ook om sociale betrokkenheid en een bewust ontwerp van architecten vraagt. Om in participatie met bewoners, eigenaren en stakeholders op al deze uitdagingen met elkaar het juiste ontwerp te maken. Hiervoor is een brede visie gericht op toekomstige veranderingen in de maatschappij het gezamenlijke vertrekpunt van een creatief proces naar mooie en betaalbare oplossingen voor iedereen in de buurt.
Veranderende rol van architect
De architect is niet alleen een regisseur, kunstenaar, ontwerper en ingenieur, maar ook een onderzoeker op het gebied van sociale en ecologische vraagstukken. Hoewel ontwikkelaars en opdrachtgevers de architect vaak primair zien als ontwerper, wordt zijn rol als onderzoeker minder snel erkend. Juist deze rol is van groot belang, want door onderzoek kan de architect oplossingen bieden voor actuele maatschappelijke en ecologische problemen.
In onze steeds veranderende samenleving spelen wooneisen, sociale waarden, technologie en het klimaat een cruciale rol. De architect bevindt zich voortdurend in het spanningsveld tussen deze factoren en zoekt continu naar nieuwe antwoorden. De veranderende vraag weerspiegelt zich in de stedenbouwkundige opzet van wijken, in verschillende vormen van bebouwing en in het wooncomfort. Deze veranderingen zijn niet alleen van invloed op de fysieke omgeving, maar ook op het sociale karakter van wijken.
De manier waarop bewoners hun leefomgeving ervaren, verschilt vaak sterk van hoe voorbijgangers dezelfde plek zien. Wat voor de bewoner betekenisvol en vertrouwd is, kan door een voorbijganger als onaantrekkelijk worden ervaren. Zo ontstaat er een direct verband tussen de schoonheid en de leefbaarheid van een wijk. Daarom stelt voormalig rijksbouwmeester Floris Alkemade dat ‘architectuur meer moet zijn dan alleen mooi of lelijk’. Architecten kunnen een cruciale rol spelen in het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken. Juist door verder te kijken kunnen ze bijdragen aan een leefbare en duurzame toekomst, waarin de samenleving centraal staat.
Architectuur als weerspiegeling van veranderingen in de maatschappij
Het sociale karakter van de buurt staat in direct verband met maatschappelijke vragen en de eisen van buurtbewoners. De woningnood vraagt om een razendsnelle realisatie van nieuwe woningen, en als antwoord op deze maatschappelijke vraag zien we oplossingen zoals transformatie, optoppen en zachte splitsingen. Vergrijzing en personeelstekorten in de zorg vragen om aangepaste zorgconcepten, terwijl klimaatverandering de vraag naar duurzame en circulaire oplossingen stimuleert. Mensen zoeken daarnaast zelf naar nieuw comfort, zoals biofilisch ontwerp—ontwerp die niet alleen functioneel zijn, maar ook positief bijdraagt aan ons welzijn. Deze maatschappelijke vragen weerspiegelen zich in de huidige ontwikkelingen.
Door veranderende maatschappelijke vraagstukken staan buurten en wijken voortdurend voor nieuwe uitdagingen, ook op het gebied van sociale cohesie en leefbaarheid plus duurzaam onderhoud en nieuwe energiebronnen. Het aanpassen van de woonomgeving heeft invloed op het sociale karakter van de buurt: sociale contacten kunnen verloren gaan, of er ontstaan juist nieuwe kansen om iets voor elkaar en de buurt te betekenen. Kortom, maatschappelijke vragen veranderen de woonomgeving, en veranderingen in de woonomgeving hebben invloed op het sociale karakter van buurten.
Architectuur weerspiegelt de sporen van de maatschappij door de verschillende decennia heen. Welke maatschappelijke kenmerken kunnen we nu ontdekken, en welke veranderingen kunnen de huidige situatie beïnvloeden? Welke verborgen kwaliteiten hebben bestaande woningen, en welke kansen bieden ze voor de huidige en toekomstige samenleving? Door deze vragen te stellen en te beantwoorden, kunnen ontwerpers verschillende toekomstscenario’s uitwerken en bijdragen aan zowel wooncomfort als aan veiligheid en leefbaarheid van de buurten.
Buurtaanpak: Toen en Nu
In Nederland zijn er wijken die als ‘krachtwijk’ worden bestempeld, waarvan de woningen vaak niet van voldoende kwaliteit zijn. Deze wijken kampen regelmatig met problemen op het gebied van woonkwaliteit en leefbaarheid en worden vaak als eerste aangewezen voor een integrale aanpak op het gebied van sociaal – economische situatie, welzijn en gezondheid. In het verleden was sloop en nieuwbouw een voor de hand liggende oplossing om de woonwaarde van deze wijken in één keer te verbeteren. Oude gebouwen die niet meer voldoen aan hedendaagse woon- en veiligheidsnormen kunnen een buurt onaantrekkelijk maken en zelfs een gevoel van onveiligheid geven aan nieuwe bewoners. Door sloop en nieuwbouw is er een directe aanleiding om mensen (tijdelijk) te laten verhuizen ter wijl ondertussen veilige, goed geïsoleerde en moderne woningen worden gerealiseerd, en de infrastructuur en inrichting van de buurt kan worden herzien. Dit trekt bewoners aan met verschillende achtergronden en leeftijden. De toevoeging van nieuwe woningen en voorzieningen maakt de wijk aantrekkelijker voor nieuwe doelgroepen, wat een positieve invloed kan hebben op de veiligheid en leefbaarheid in de buurt.
Voor sommige wijken lijkt dit nog steeds een verantwoorde beslissing. Maar nu de energiecrisis en woningnood de regie voeren komt deze aanpak wederom ter discussie te staan. Blijft de vernieuwde wijk herkenbaar en voelen de huidige bewoners zich nog steeds thuis in hun buurt?
De toenemende armoede en het feit dat steeds meer bewoners moeite hebben om maatschappelijk mee te komen, vergroten de vraag naar een integrale aanpak voor deze buurten. Verduurzaming en renovaties met actieve betrokkenheid van bewoners kunnen bijdragen aan de verbetering van de leefbaarheid zonder het sociale karakter van de wijk te verliezen. Ze bieden nieuwe kansen voor zowel huidige als toekomstige bewoners. Diepgaande aandacht voor de maatschappelijke vraagstukken en de sociale context van de bestaande bebouwing helpt de culturele waarde te waarborgen en opnieuw naar voren te brengen tijdens de transformatie van de buurt.
Als Bouwhulpgroep krijgen wij al enkele decennia vanuit overheden en woningcorporaties vragen over programmastudies en toekomstige scenario’s voor buurten waar leefbaarheid en veiligheid onder druk staan. Het sociale karakter maakt daarbij integraal deel uit van ontwerpstudies. En ervaren we samen met de buurt de huidige complexiteit om deze duurzame plannen integraal ook daadwerkelijk tot realisatie te krijgen.
Architectuur als weerspiegeling van het sociale karakter
In Nederland bevinden zich 14.000 buurten die op zichzelf allemaal unieke zijn. B In onze dagelijkse praktijk werken we vaak in buurten waar veel gaande is. Vanuit deze praktijk zal ik een paar voorbeelden noemen die we op meerdere plekken terugzien. Zo werken we vaak in een buurt die vraagt om een samenhangende lange termijn aanpak op gebied van leefbaarheid en veiligheid. Deze problematiek weerspiegelt zich in de tegenstrijdige woonkwaliteit. In de wijk is nog altijd duidelijk te zien hoe er in de jaren zestig en zeventig werd gebouwd. De karakteristieke opbouw met duidelijk afgebakende woonbuurten en solitaire bebouwing in groene zones is grotendeels intact gebleven. De identieke blokken van de woningcomplexen zijn prachtig gelegen in het groene hart van de wijk in een parkgebied met volwassen bomen, grasvelden, wandelpaden en waterpartijen. Maar door het gebruik van verschillende materialen en vormen ogen de woonblokken rommelig en laat de architectuur een sombere indruk achter in de overheersend groene omgeving.
Wat ook opvalt is het grote verschil in woonkwaliteit binnen een blok: de benedenwoningen zijn klein en hebben een ruime achtertuin met weinig privacy, terwijl de bovenwoningen ruim zijn maar slechts een klein balkon hebben. Door deze tegenstrijdige kwaliteiten gaat de oorspronkelijke betekenis verloren. De woningen voldoen niet meer aan de eisen van de veranderde maatschappij, zoals ze oorspronkelijk waren ontworpen: benedenwoningen voor senioren en bovenwoningen voor gezinnen. Hierdoor staan woningen leeg of worden ze verhuurd aan andere sociale groepen, wat sociale contrasten in de wijk creëert, de kwaliteit van het groene gebied doet afnemen en de woonwaarde laat dalen. Deze sociale woningen met tegenstrijdige kwaliteit zijn een goed voorbeeld van hoe architectuur de sociale context van de buurt weerspiegelt. Hier zien wij dat de kwaliteit van de ruimte en het sociale karakter sterk met elkaar samenhangen. In deze situatie zijn twee scenario’s mogelijk: de ruimte aanpassen aan de gewenste doelgroep, of de bestaande ruimte een nieuwe sociale invulling geven. Als ontwerper bekijk je dit vanuit twee perspectieven, alsof je aan beide kanten van de spiegel staat.
Verandering van maatschappij als gevolg van dalende woonwaarde
Een andere voorbeeld zijn buurten die onderdeel uitmaken van nieuwe wijkontwikkelingsplannen. Dit zijn programma’s gericht op het vergroten en verbeteren van de leefbaarheid in de buurt door duurzame ingrepen toepassen. De ambitie is om van de wijk een aantrekkelijke omgeving te maken, waar groen een toegevoegde waarde heeft voor de bewoners en bijdraagt aan een gezond leven. Vanuit de energietransitie wordt per buurt een verduurzamingstraject gestart, wat een uitdagende opgave blijkt voor zowel bewoners als woningcorporatie. De opgave gaat verder dan alleen het aanpassen van het energielabel van de bestaande woningen; het is een voorbeeld van hoe maatschappelijke en economische aspecten direct in aanraking komen met architectuur en de leefomgeving.
Een mooi voorbeeld voor ons is het verduurzamingstraject van een buurt uit de jaren zeventig, waar de karakteristieke gewassen grindplaten op de gevels een opvallend kenmerk zijn. Het is moeilijk voor te stellen dat deze betonnen prefab-elementen, die eerder constructieve problemen veroorzaakten, met hun ‘natuurlijke’ ruwheid ooit werden bedacht als een verbinding met de natuur. De grindplaten vormden de eerste aanleiding om in gesprek te gaan met bewoners over de herkenbaarheid van hun buurt. Wie kent zijn buurt immers beter dan de bewoner zelf? Het kwam al snel naar voren dat de bewoners gehecht zijn aan het beeld van de ruwe grijze steentjes en schelpjes, en dat de gewassen grindplaten niet kunnen ontbreken in het straatbeeld met de kronkelige wegen. Er groeide een verbinding tussen de bewoners en de architectuur, waarbij wij als experts waardevolle inzichten kunnen halen uit de levendige herinneringen en ervaringen van de bewoners.
Als we naar de geschiedenis en maatschappelijke context kijken, komen we veel interessante feiten tegen. De wijk dateert uit de jaren zeventig, een periode van enorme bevolkingsgroei, en de gehele opzet van de bebouwing was erop gericht om zoveel mogelijk woningen te realiseren, terwijl het landschap zo min mogelijk werd aangetast. De buurt valt binnen een groene wijk en is ontworpen als een cultuurhistorisch “experiment”, een zoektocht naar een gevarieerde en betere woonomgeving met aandacht voor mens en natuur. De stedenbouwkundige opzet doet denken aan een boomstructuur met buurtwegen en looppaden die doodlopen op woonerven. Identieke rijtjeswoningen zijn vrij gesitueerd in de groene omgeving, afwisselend met de voor- en achterkant aan smalle woonpaden, pleintjes en buurtwegen. Deze opzet is van cultuurhistorische waarde en past in de huidige maatschappelijke visie over klimaat en welzijn van de bevolking.
Maar waarom daalt de leefbaarheid in de wijk, en hangt het oorspronkelijke concept als een groene schaduw over de wijk? Wij denken dat het antwoord ligt dicht bij de veranderende vraag van maatschappij en de samenleven. Voor bewoners werd moeilijk om elkaar te ontmoeten in het ‘doolhof’ van groene wildernis en steen. De blik van de bezoeker valt snel op rommelige achterkanten van schuren en hekken langs de buurtwegen en wandelpaden. De pleintjes, die oorspronkelijk waren bedacht als ontmoetingsplekken, staan nu vol met geparkeerde auto’s. We zien een voorbeeld van een prachtige woonwijk met een besloten groen karakter en ruime woningen waar de oorspronkelijke waarde verloren dreigt te gaan.
Hier hebben wij gezocht naar de balans tussen de individuele wensen van de bewoners en de bredere, integrale aanpak die nodig was voor de hele wijk. Het idee van ingrijpende renovaties wekte zorgen bij de bewoners, niet alleen over de kosten, maar ook over het verlies van het vertrouwde thuisgevoel. Bouwhulpgroep fungeerde als verbindende schakel tussen woningeigenaren, woningcorporatie en de stadsbouwmeester, om een dialoog te voeren tussen de huidige situatie en de toekomstige visie. Het was geen gemakkelijke reis en vereiste creativiteit en inlevingsvermogen van alle betrokken partijen.
In deze zoektocht hebben wij de maatschappelijke waarden, gemeentelijke plannen op het gebied van leefbaarheid en energietransitie, en de individuele wensen van huiseigenaren samengebracht in een gezamenlijk ontwerpplan. De uitkomsten hiervan zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan. Dit plan biedt huiseigenaren de mogelijkheid om hun woning op eigen tempo te verduurzamen (individueel of collectief), zonder vergunning, mits ze binnen de afspraken van het Beeldkwaliteitsplan blijven. Door deze gezamenlijke oplossing wordt het sociale karakter van de Waterbuurt versterkt, en blijft de cultuurhistorische waarde behouden en aangepast aan de eisen van de toekomstige maatschappij
Dialoog tussen verleden, heden en toekomst
Verbeeldingskracht en sociale betrokkenheid spelen een belangrijke rol in het vormgeven van de toekomst van onze buurten en steden. De uitdagingen waar onze samenleving voor staat—klimaatverandering, woningnood, vergrijzing en sociale ongelijkheid—vragen om een architectonische benadering die verder gaat dan traditionele bouwmethoden. Architecten moeten de stem van de gemeenschap omarmen. Door een diepere verbinding te creëren tussen mens, natuur en de gebouwde omgeving, kunnen we buurten ontwikkelen die niet alleen duurzaam en functioneel zijn, maar ook de sociale cohesie versterken en de levenskwaliteit verbeteren.
Experts en bewoners kunnen hun krachten bundelen om samen te werken aan een groene toekomst, waarbij oorspronkelijke waarden worden gewaarborgd en worden opgewaardeerd naar een nieuw vraag van maatschappij. De kunst van architecten is om voortdurend betrokken te blijven bij de dialoog tussen verleden, heden en toekomst: ze dienen als levende spiegels van de maatschappij, altijd in beweging en altijd gericht op het welzijn van de bewoners.