• De Heilige graal: productie van componenten

    Leestijd 6 – 7 minuten, door Yuri van Bergen


    M et veel plezier zie ik de gebouwde omgeving veranderen in een sector waarbij de klant steeds meer invloed krijgt op het uiteindelijke resultaat. Het gaat nog niet snel, maar stap-voor-stap zijn er wel degelijk veranderingen zichtbaar. Hoe anders was het in het voorjaar van 2007 toen ik nog werkzaam was als assistent-manager productie in een van de drie meest succesvolle woningbouw fabrieken van Nederland. Een periode waarin deze fabriek met bijna 100 mensen in de productie op basis van het inmiddels beroemde Toyota Productie Systeem (1) gemiddeld 200 componenten per week leverde voor hoofdzakelijk de bouw van woontorens in Engeland en Luxemburg. Direct vanuit de fabriek waren deze componenten klaar om, via ons eigen transport, naar onze eigen montageploegen in het hart van de stad te brengen. Hier werd zo per week een complete verdieping ‘sleutel klaar’ opgeleverd.

    De uiteindelijke gebruiker van deze woning was echter in dat proces in geen velden of wegen te bekennen en voor maatwerk was slechts beperkt ruimte. Tweeënhalf jaar lang was dit mijn wereld waarin grote werken, hoge volumes en het presteren op efficiëntie het gezamenlijke doel vormden. Totdat de toenmalige directeur van BouwhulpGroep (Martin Liebregts, † 2014) mij uitnodigde voor een kennismakingsgesprek. Een gesprek dat vanaf de eerste minuut mijn wereld zou veranderen. Het gesprek begon met de vraag of ik wist hoeveel bestaande woningen er in Nederland stonden en dat de verbetering daarvan de grootste bouwopgave voor de toekomst zou vormen. Het eindigde met dat ik werd aangenomen om als ontwikkelaar daadwerkelijk aan die verbetering bij te dragen.

    Lees meer
  • De opkomst van de stapsgewijze renovatie-aanpak

    Leestijd 7 – 9 minuten, door Yuri van Bergen

    Onlangs sprak een oude bekende van BouwhulpGroep zich uit dat we trotser mogen zijn op het feit dat onze visie en methode van stapsgewijs renoveren van componenten in slechts enkele jaren zo vaak als voorbeeld en/of inspiratie is gebruikt door anderen. Toen we nu bijna tien jaar geleden met elkaar in contact kwamen, sprak de gebouwde omgeving zich namelijk liever niet uit over deze stapsgewijze aanpak. Want in de gebouwde omgeving en met name in de sociale sector stond stapsgewijs bekend als: duur, ingewikkeld en vooral theoretisch. Maar dat lijkt vandaag de dag wel anders geworden. Sinds het klimaatakkoord van Parijs is ondertekend en het Klimaatakkoord in ons land in een stroomversnelling is gekomen blijkt voor de gebouwde omgeving stapsgewijs renoveren een van de meest haalbare methoden om een dergelijk omvangrijke opgave van 7,6 miljoen bestaande woningen met matige energetische kwaliteit, waarvan 5 miljoen in particulier bezit, met elkaar te renoveren. In dit artikel wil ik graag terugblikken op de totstandkoming van deze ontwikkeling.

    Lees meer
  • IN EEN SPREADSHEET VALT NIET TE WONEN

    Leestijd 4-6 minuten, door Yuri van Bergen

    Een reflectie op de lessen geleerd vanuit het verleden met aandacht voor het gebruik van deze lessen bij de opschaling van de verduurzaming van de gebouwde omgeving in de toekomst.

    Tien jaar geleden maakte ik een reis langs bijna 60 huishoudens verspreid door Nederland om hun ervaring over het wonen in een voor die tijd energiearme woning te evalueren. In samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken werkten we aan de opdracht om bij 31 energiezuinige projecten, die al ten minste vijf jaar in gebruik waren, de successen en mislukkingen op te halen bij zowel de opdrachtgever, de bewoner en de ontwikkelaar. Dit project genaamd ‘Schatgraven in de bestaande woningbouw’ richtte zich op de eerste voorbeelden in ons land van wat we nu Beng, Nom of CO2-neutraal zouden noemen (1). Eén van de bezoeken die me tot vandaag nog het meest is bijgebleven was die bij een vriendelijke mevrouw in een appartementencomplex ergens in het oosten van het land. Op mijn vraag of ze wist dat ze in een energiezuinige woning woonde antwoordde ze met een vragende blik. Ze vroeg hoe ze dat moest weten en waar ze dat aan kon zien. Deze mevrouw was namelijk niet de eerste huurder van dit nieuwbouwcomplex en niemand had haar verteld dat het een ‘bijzondere’ woning was. We liepen samen naar de installatieruimte in haar woning en daar toonde ik haar de verwarmingsketel, de warmtepompboiler en de units die hoorden bij het ventilatiesysteem met warmteterugwinning. Toen wees ik twee converters aan en vertelde dat ze ook zonnepanelen op haar platte dak had liggen. Ik pakte de stekker en zei: ”En als u deze stekker hier in het stopcontact had gestopt dan had u dat teruggezien op uw energierekening”.

    Lees meer
  • Innovatie gaat de gebouwde omgeving redden

    Leestijd 6 – 8 minuten, door Yuri van Bergen

    Een visie op hoe betaalbaarheid en keuzevrijheid bij renovatie hand in hand kunnen gaan.

    De energietransitie in de gebouwde omgeving is de grootste naoorlogse verbouwing van Nederland. De maatregelen reiken tot achter de voordeur van vrijwel elk gebouw. Om de individuele burger in beweging te krijgen, is meer nodig dan een rekenkundige exercitie met woningen en jaartallen, er is meer duidelijkheid nodig en verbinding met wat er leeft in de wijk. Dit zijn overigens niet mijn woorden maar die van de Raad voor de Leefomgeving die in december hun advies presenteerden met de publicatie ‘Warm aanbevolen, Co2-arme warmte in de gebouwde omgeving’

    Voor iedereen is het de moeite waard om dit rapport goed te lezen, maar voor mensen met minder vrije tijd hierbij de samenvatting van het advies in één zin: “Denk in stappen, geef bewoners keuzevrijheid en zorg vooraf voor duidelijkheid in verantwoordelijkheden tussen publiek en privaat”. Een advies dat wij als BouwhulpGroep enkel kunnen onderstrepen vanuit onze 40-jarige praktijk van onderzoek, advies en architectuur voor meer dan 500.000 bestaande woningen. En een advies dat aansluit bij onze visie om de bewoner van de woning zelf achter de knoppen te zetten bij het versnellen van de verduurzaming van de gebouwde omgeving’. (1)

    Lees meer
  • Het renoveren in componenten maakt de klant weer koning

    Leestijd 6 – 8 minuten, door Yuri van Bergen

    De duurzaamheidsopgave van de gebouwde omgeving is geen louter technische opgave.

    Het is voor iedereen nu wel duidelijk dat er een grote duurzaamheidsopgave voor ons ligt, die met de dag groter lijkt te worden. De dagelijkse dosis aan slecht nieuws over het klimaat kan ons het idee geven dat er niets meer te redden valt, terwijl we eigenlijk nog niet eens zijn begonnen. We verschillen met zijn allen nogal van mening over de oplossingen waarmee we aan de verduurzamingsopgave kunnen voldoen. Die visies zijn afhankelijk van positie en belang en lijken minder gericht op het collectieve doel: een duurzame wereld voor iedereen.

    Dit geldt ook zeker voor de opgave voor de gebouwde omgeving. In een eerder artikel hebben we Diederik Samsom al eens vriendelijk gevraagd of hij de “bouwbubbel” wilde doorprikken. Deze “bouwbubbel” houdt in dat men zich binnen de bouwsector enkel richt op het laaghangend fruit: de woningen waar een ‘makkelijke’ duurzame winst te behalen is (namelijk aan de ene kant nieuwbouw en aan de andere kant de renovatie van sociale woningen). Men gaat dan voorbij aan een grote en belangrijke groep: de miljoenen woningen in bezit van eigenaar-bewoners. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat deze groep later kan leren van de resultaten uit de voorbeelden vanuit de sociale sector. Het probleem voor deze geplande opschaling ligt deels bij een middengroep die in het verleden verleid is tot het kopen van een huis (veelal voormalig corporatie bezit of woningen met een hiermee vergelijkbare kwaliteit). Deze mensen kunnen vaak net, maar vaak ook net niet, het noodzakelijk onderhoud aan hun woningen betalen. Daarnaast gaat het ook om mensen die misschien wel wat meer financiële mogelijkheden hebben maar waarbij de oplossingen die men nu bij de sociale woningbouw inzet, nog steeds verre van betaalbaar zijn.

    Lees meer