Leestijd 3 – 5 minuten, door Haico van Nunen
Veel woningcorporaties hebben de afgelopen maanden de tijd genomen om een CO2 routekaart te maken. Daarmee hebben ze meer zicht gekregen op de maatregelen en uitgaven die de komende jaren nodig zijn om de vereiste 80-95% CO2 besparing richting 2050 te realiseren. Aan het begin van dit jaar gaf WSW (1) aan dat het behalen van energielabel B (!?) voor 2021 voor de sector haalbaar is, maar dat dit tevens de grenzen van het borgstelsel raakt. Dit betekent dus dat de routekaarten van de corporaties weliswaar zijn ingevuld, maar dat er nu al grote twijfels over de financiële haalbaarheid van die route bestaan.
In het artikel ‘de-component-als-dominant-design’ (2) is Component Renovatie als benaderingswijze toegelicht. Om tot daadwerkelijke realisatie te komen moeten er maatregelen gekozen worden die misschien niet alleen de woning of het blok als denkkader hebben. De focus ligt in dit artikel dan ook op het ‘product’; welke oplossingen zijn er nodig om stap-voor-stap tot verbetering te komen.
Figuur 1: Het product zit op het snijvlak van conversie- en levensduur denken.
De bovenstaande figuur geeft aan hoe je tot herhaalbare oplossingen kunt komen. Het is een samenspel tussen het denken in de serie van 1, stapsgewijs denken, en in hoe een vraag tot stand komt. Tussen conversie denken (hoe en waarom beslist iemand tot realisatie) en levensduur denken (wanneer beslist iemand ) zit het product. Dit snijvlak gaat over de daadwerkelijk behoefte aan oplossingen (producten) voor verduurzaming. Het feit blijft dat verduurzaming niet de meest gezochte kwaliteit is waarop die conversie gebaseerd is. We moeten dus op zoek naar een ander middel om versnelling te bereiken. Component Renovatie is een manier om conversie denken, conceptueel denken en levensduur denken bij elkaar te brengen. De schaal van de component stelt je namelijk in staat om maatwerk te leveren voor de specifieke vraag van de bewoner. Het product laat zich dan vertalen in een oplossing die gericht toegepast kan worden om de gewenste kwaliteit toe te voegen. Het product kan bijvoorbeeld een tochtvrije plek op de bank opleveren (door middel van een nieuwe geïsoleerde gevel), of het product levert meer ruimte op zolder op (door middel van een dakrenovatie). Maar ook eenvoudigere wensen zoals het bieden van maatwerk en keuze binnen oplossingen is een kwaliteit die past binnen het product en die de conversie beïnvloedt. Omdat verduurzamingsmaatregelen onlosmakelijk verbonden zijn aan de kwaliteit die je toe gaat voegen biedt het product en de positionering van het product kansen voor een succesvol duurzaam aanbod.
Het succes van opschaalbare verduurzaming heeft veel te maken met de omvang van de ingreep. Als iemand al een keuze maakt om iets aan de woning te doen, dan is er momenteel geen aanbod waaruit gekozen kan worden. En dit geldt net zo hard bij een corporatie die een routekaart opstelt, als bij een particulier die iets wil veranderen. Oplossingen waarbij een product leidend is worden nog wel eens toegepast. Denk daarbij aan het vervangen van kozijnen, een nieuwe voordeur plaatsen of zelfs een dakkapel toevoegen. Deze ingrepen zijn op productniveau goed, maar in het totaalbeeld richting 2050 gaan ze op den duur verdere ontwikkeling blokkeren. Als je bijvoorbeeld nu als bewoner een dakkapel plaatst, ga je de komende 20 jaar niets meer aan je dak doen. Dit maakt dat de ‘producten’ die je op gaat nemen in een routekaart of in een ander soort aanbod, verder moeten gaan dan een individueel product en vanuit een integrale visie zijn opgesteld. Met opnieuw de vraag welke prestatie is vereist voor het wel of niet doorgaan van een ingreep?
Routekaart
Meer en meer hoor ik discussies waarbij de vraag of woningen van het gas af moeten in twijfel wordt getrokken en vraagtekens worden gezet bij echt hoogwaardige ambities voor alle woningen. Persoonlijk denk ik dat we hier niet onderuit kunnen. Wanneer we opwarming écht tegen willen gaan moeten we op grootschalige wijze CO2 reductie bewerkstelligen. In de gebouwde omgeving betekent deze opdracht concreet een reductie van 80-95%. Als het goed is wordt deze discussie ook gevoerd in andere sectoren en moeten ze daar net zulke waarden halen als bij de bestaande gebouwen. Voor de gebouwde omgeving moeten we dus de CO2 uitstoot met circa 85% reduceren. Of, als we het concreet maken, een woning die nu 1250m³ gas uitstoot mag eigenlijk dan nog maar 180m³ uitstoten. En van al je elektraverbruik mag op jaarbasis slechts een kleine 500kWh overblijven. Als je dat voor elkaar wil krijgen moet je écht stappen maken. Kleine ingrepen zoals dubbel glas, radiatorfolie en een nieuwe dakkapel helpen dan niet meer. De prestaties die we aan de componenten stellen zijn veel hoger. Rc waarden van minimaal 4,0 m²/KW en U waarden lager dan 1,0 worden de nieuwe standaard. Maar alleen die eisen aanscherpen brengen ons niet in beweging. Met de component als dominant design hebben we een middel om die minimale vereisten wel aan te brengen; alleen dan niet vanuit verduurzaming als hoofdmotivatie. Vanuit de professionals wordt middels samenwerking en processen het aanbod en de werkwijze bedacht, voorbereid en afgestemd. Maar als we een product maken waar geen vraag naar is, dan hebben al die werkzaamheden, hoe goed bedoeld ook, geen zin. Bij het opstellen en gebruiken van routekaarten is dit dan ook wat we voor ogen moeten houden: verduurzaming is geen doel op zich. We kunnen de route wel uitstippelen, maar als we geen reden zien om deze route daadwerkelijk te volgen, dan kiezen we een ander weg. Of we blijven zelfs helemaal thuis. En dat laatste is volgens mij niet duurzaam en daarom een keuze die we ons zeker niet kunnen veroorloven.
Geraadpleegde bronnen voor dit artikel:
- WSW (waarborgfonds sociale woningbouw, dit fonds draagt bij aan optimale financiering van de volkshuisvesting door objectief risicomanagement.) http://www.wsw.nl/uploads/tx_dddownload/20181002_Geactualiseerd_onderzoek_WSW_duurzaamheid.pdf
- http://www.duizendwoningenperdag.nl/duurzaamheid-2/de-component-als-dominant-design/