Leestijd 8 – 10 minuten, door Yuri van Bergen
‘De belofte van duizend woningen per dag, sociaal ontwerp in beweging’ is geschreven ter gelegenheid van de opening van de blog www.duizendwoningenperdag.nl.
Voor het eerst sinds de wederopbouw van onze woningvoorraad hebben we als eigenaar en/ of bewoner geen volledige invloed meer op de manier waarop we wonen. De keuze om veel of weinig geld aan je woning uit te geven was tot nu toe altijd onze eigen verantwoordelijkheid. Misschien zijn de resultaten daarvan niet allemaal even mooi, betaalbaar of duurzaam maar we nemen hiervoor over het algemeen zelf wel de volledige verantwoordelijkheid.
Sinds de komst van het klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving zijn de spelregels echter ineens en onomkeerbaar veranderd. Met het doel om over 32 jaar nagenoeg geen CO2 uitstoot te produceren door het gebruik van onze woningen krijgen we, de 17 miljoen gebruikers, er een nieuwe verantwoordelijkheid bij. Helaas hebben we momenteel NUL invloed op de manier waarop we dit gaan doen. Het dichtdraaien van de Groningse gaskraan en het selecteren van de eerste aardgasloze woonwijken zijn hiervan voor ons direct voelbare voorbeelden van opgelegde maatregelen.
En dat is nog maar het begin van de verduurzaming van de Nederlandse bebouwde omgeving. Eén ding is zeker, de transitie naar CO2 neutraal wonen gaan we op vele verschillende manieren merken. Gezien deze verduurzamingsopgave staat het nu al vast dat alle ruim 7,5 miljoen bestaande woningen de komende dertig jaar nog minimaal één grote verandering zullen ondergaan. Dus ook jouw woning komt aan de beurt! Bij ‘een grote verandering’ moet je niet denken aan een nieuw kozijn of een nieuwe cv-ketel, maar eerder aan een compleet nieuwe voorgevel of een nieuw dak inclusief nieuwe installaties.
Omdat werkelijk iedere woning zal moeten worden aangepakt komt dit neer op een gemiddelde van 1.000 woningen per dag. Dat zijn dus duizend woningen met ‘groot’ onderhoud, dag na dag. Ook bij jou in de straat of buurt! De frase ‘Duizend woningen per dag’ heeft een grote impact op de maatschappij en gaat niet alleen over het tempo waarin onze CO2 neutrale woningvoorraad tot stand komt. Het gaat ook om de straat waarin we wonen, de buurt waarin we zorg leveren, de gemeente waarin we werken, duizend extra werkbusjes per dag, de aanvraag van duizend extra hypotheken per dag en het verlenen van duizend extra vergunningen per dag. De veranderingen van het gebruik van onze woningen zal dus een grote sociale en technische impact hebben op ons als eigenaar-bewoner.
De eerste stappen van de verduurzaming van de woningvoorraad worden langzaam zichtbaar. Misschien is er in de buurt waar je woont een experimentwoning gerenoveerd. Of heb je een artikel op internet of in de krant gelezen over bijvoorbeeld zonnepanelen of warmtepompen. Iedere dag neemt het aantal berichten toe en wordt de impact voor ons, de gebruikers van woningen, steeds actueler. Gelukkig is er nog geen reden voor paniek omdat er nog voldoende tijd is om deze verandering van de manier waarop we wonen samen met elkaar te realiseren. Maar niks doen is in ieder geval geen optie meer door het wegvallen van onze invloed op de vraag óf we willen verduurzamen. We moeten de verantwoordelijkheid als eigenaar-bewoner serieus nemen en de impact op de leefbaarheid in de buurt niet onderschatten. En voor het eerst in de geschiedenis van het wonen worden we als eigenaar-bewoner geconfronteerd met een opgave van zo’n grote omvang en met zoveel impact.
Figuur 1: Bewoner centraal. De aandacht voor duurzaamheid was in het verleden onderhevig aan een golfbeweging. Nu kunnen we dat ons niet meer veroorloven.
De opgave groter dan ooit
Met 17 miljoen inwoners en een voorraad van ruim 7,5 miljoen woningen vormt de gebouwde omgeving een opgave groter dan ooit. Onafhankelijk van tijd en verantwoordelijkheid zal deze opgave bepalend zijn voor de (sociale) context waarbinnen deze transitie gaat plaatsvinden. Over de resultaten zal de komende jaren veel verhaald en gedocumenteerd gaan worden.
Maar wat maakt deze opgave nu precies zo groot? Als we via media kijken naar de ‘grote opgave’ gaat het altijd over het verleden en nooit over onze toekomst. De geschiedenis van onze welvaartsprong liegt er wat betreft de resultaten niet om. Sinds de grote wederopbouw hebben we letterlijk miljoenen (systeembouw) woningen gebouwd voor een hele generatie, en werd bijna iedere woning binnen enkele jaren voorzien van een gasaansluiting. Met de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (beter bekend als VINEX) kwam, door de overheid gestuurd, bij nieuwbouw woningen meer aandacht voor ‘de consument’.
Maar deze wereld van geld, vastgoed en volume heeft de laatste jaren behoorlijk veel aan glans moeten inleveren. Nu de stofwolken van schandalen en de crisis langzaam beginnen neer te dalen is het zaak om door te pakken met de hervorming van de woningmarkt. De markt schreeuwt om betaalbare woningen terwijl de overheid schreeuwt om duurzame woningen. En vooral die laatste opgave is nieuw voor onze samenleving. Uiteraard is er over de wereld voldoende gepionierd en geëxperimenteerd met vormen van duurzaam en sociaal wonen. Maar tot een serieuze poging om herhaalbare oplossingen te bieden, volledig gericht op onze gebouwde omgeving, is het nooit gekomen. En daarnaast werpt deze nieuwe opgave meer barrières op dan resultaten van succesvolle voorbeelden.
De beperkingen voor het opschalen van onze woningvoorraad tot CO2 neutraal zijn complex en veel omvattend en betreffen:
- Betaalbaarheid en beschikbaarheid van financiële middelen
- Herhaalbaarheid van oplossingen voor woningtypen in relatie tot de complexiteit van de vraag
- Geen ruimte meer voor de brede opgave van wonen, werken en het leveren van zorg. Tijdelijke huisvesting, financiële impulsen en aandacht voor specifieke doelgroepen behoren niet meer tot de mogelijkheden.
- Gebrek aan een herhaalbaar aanbod met ruimte voor de individuele vraag
- Geen zekerheid door een steeds wisselend beleid van overheden en marktpartijen.
Langzaam begint publiekelijk het besef te komen dat we aan de vooravond staan van een opgave groter dan ooit.
Figuur 2: Sociale Impact. Renovatie raakt aan veel aspecten die de leefbaarheid van een buurt bepalen. Van prettig en betaalbaar wonen tot sociale cohesie en werkgelegenheid. De invloed van de bereidheid van de eigenaar-bewoner om zijn verantwoordelijkheid in deze te nemen, is per gemeente verschillend maar bij alle gemeenten tastbaar.
In de schaduw van de golf aan welvaart is onze woningvoorraad niet alleen in aantal gegroeid, ook de potentie voor verduurzaming is gegroeid. Met de 2,5 miljoen woningen in 1950 naar de huidige 7,5 miljoen woningen is de omvang in sociaal en economische waarde vele mate groter dan de geplande 1 miljoen nieuwbouw woningen tot 2050. Deze berg aan woningen is verantwoordelijk voor een besparing van meer dan 24,3 Mton CO2 zoals die door onze overheid is vastgelegd in de duurzaamheidsambitie van het huidige beleid. Om nog maar te zwijgen over de potentiele besparing van 17,9 Mton CO2 bij voor de bouw gerelateerde industrie, verkeer en vervoer en energie. Bouwen, wonen en energie maken bijna 20 procent van de totale besparingsopgave uit en hierbij heeft de eigenaar of eigenaar-bewoner een directe verantwoordelijkheid.
Daarnaast is de verhouding qua eigendom van deze woningen in amper 50 jaar verschoven van 40 procent naar 60 procent eigenaar-bewoner en is de opgave verschoven van corporaties naar individuele eigenaar-bewoners. Het tekort aan betaalbare woningen en de komst van een generatie babyboomers die langer thuis of in huis willen wonen maken de opgave nog complexer. En als laatste staat de prijsontwikkeling voor het grootschalig verbeteren van een woning al jaren onder druk. De belangrijkste oorzaak is het gat tussen de verkoopprijs van een oplossing en de kostprijs van de afzonderlijke producten. Deze ruimte wordt namelijk ingevuld door ons, mensen. Of je nu de bewoner, de vakman, de leverancier, de ontwerper of de opdrachtgever bent, de prijs voor onze arbeid gaat ieder jaar nog steeds omhoog en de beschikbaarheid ervan neemt juist enorm af.
Figuur 3: Levensduurdenken. Tijdens de levensduur van een woning zijn op natuurlijke of geplande momenten ingrepen van verschillend karakter nodig om degradatie te voorkomen en om te voldoen aan veranderende kwaliteitseisen. De afstand tot de duurzame stip aan de horizon is voor alle ingrepen groot maar voor component-renovatie het kleinst.
Bewoners aan de knoppen
De definitie van wonen is zeker niet voor iedereen hetzelfde. Voor mij is wonen: leven en jezelf ergens thuis voelen. De wijze waarop je nu woont wordt niet slechts bepaald door besluiten die jezelf neemt maar ook door beslissingen die anderen voor je hebben genomen. En in mijn ogen is juist het zelf nemen van die beslissingen bepalend voor prettig wonen. Deze definitie heb ik niet helemaal zelf bedacht. In onze veertigjarige praktijk van BouwhulpGroep heeft deze visie op wonen altijd centraal gestaan. Zowel bij de oprichting van Bouwhulp als bewonersdeskundige voor de sociale huursector (1978) als later als onderzoeker voor de overheid naar grootschalige opgave van energie en innovatie (1991). En ook zeker bij de ontwikkeling van een visie en methode om door middel van componenten te renoveren in de serie van één (2007). En bij het ontwikkelen van een renovatie aanbod voor 17 miljoen consumenten genaamd Alliantie+ (2018). Bij al deze initiatieven en ontwikkelingen heeft het idee van ‘de bewoner aan de knoppen’ centraal gestaan.
Met de kennis en ervaring opgedaan in onze praktijk en op basis van de ervaring van het meedenken en meewerken aan reeds 500.000 woningen is onze conclusie eenvoudig: in de techniek kan alles worden opgelost. Voeg hier de hedendaagse kennis en innovatie over bijvoorbeeld het design-denken, concept-ontwikkeling, data-algoritmes en robotisering aan toe en de potentie van nieuwe mogelijkheden is schier oneindig. Maar ook hebben we in de afgelopen veertig jaar gezien dat in tijden van technologische voorspoed er (juist) behoefte is aan een gemeenschappelijke ‘taal’ over de opgave aan de techniek. Taal bedoeld om samen met de gebruikers en of klanten te praten over de gewenste eindkwaliteit van het product. Een taal over het wonen, die niet alleen bestaat uit woorden maar vooral wordt illustreert door nieuwe media.
We durven daarom ook stellig te beweren dat de focus zou moeten komen te liggen op het hanteren van die taal en het tempo in plaats van enkel te focussen op techniek. Immers staan bij het realiseren van de doelen voor 2050 niet de massa en de stenen centraal maar juist de menselijke maat, uitgedrukt in leefbaarheid en het individu.
Figuur 4: Woonpuzzel. Bouwtechniek is slechts een van de aspecten die een rol spelen bij de beslissing over aard en inhoud van renoveren. Het proces verbindt al die aspecten en is bepalend of alle aspecten voldoende zijn meegewogen in het eindresultaat.
Duizend woningen per dag
Wat zal er gaan gebeuren als de overheid of grote instellingen zoals (commerciële) verhuurders en of banken de spelregels van het wonen gaan veranderen? Wat gaat er gebeuren als de manier waarop we gewend zijn te wonen ineens binnen nieuwe afwegingskaders wordt gesteld? Welke knoppen hebben we als bewoner en eigenaar-bewoner dan nog in onze handen? En hoeveel tijd krijgen we met elkaar om ons hiervoor te organiseren?
Zoals eerder opgemerkt zijn de eerste signalen voor bewoners al zichtbaar aan het worden vanuit de gemeenten met het aanwijzen van 43 aardgasloze wijken in Nederland. Ook banken beginnen te praten over ‘groene’ financiële producten. En de (commerciële) woningcorporaties blijven zoeken naar een betaalbaar duurzaam woningaanbod. De stip aan de horizon is gezet, de routes zijn verkend en langzaam (soms stap voor stap) begint de vraag te veranderen.
Momenteel is het begrip ‘social design’ voor de derde maal aan een heropleving bezig als tendens om de bebouwde omgeving te vermenselijken. Kenmerken als kleinschalig, lokaal, bottom-up en klantgericht renoveren mét oog voor context gaan hand in hand met democratisering en emancipatie. Rondom de gehele duurzame planvorming is dit actueler en noodzakelijker dan ooit. Hierdoor wordt het steeds leuker, maar ook uitdagender, om je met de bestaande woningbouw bezig te houden. Dit geldt voor ons bureau maar zeker ook voor de mensen uit de praktijk die wij dagelijks spreken. Als nieuwe generatie sociaal ontwerpers gaan we aan de slag om met onze bestaande kennis en ervaring de opgave van 7,5 miljoen te verduurzamen Nederlandse woningen aan te pakken.
En er is hoop! Ondanks de complexe opgave die nu onder een vergrootglas ligt door (een van bovenaf opgelegde) tijdsdruk biedt de toekomst veel kansen en mogelijkheden. Natuurlijk zal deze transitie niet zonder slag of stoot plaatsvinden en met de nodig slachtoffers gepaard gaan. Maar alle seinen staan nu op groen om een volgende stap voor een nieuwe generatie te maken, mét een nieuwe focus. Een focus op TEMPO van besparing op de CO2 uitstoot en focus op behoud en of verbetering van de LEEFBAARHEID in de buurten.
Over deze resultaten, ideeën en vooral de (maatschappelijke) barrières moeten we met elkaar het gesprek aan gaan. We moeten ervoor zorgen dat de golf aan technische oplossingen die onze kant opkomt en ieder huishouden gaat raken ook de aandacht meekrijgt vanuit de beleving van de mens. Met het begrip ‘sociaal ontwerp’ willen we de verbinding leggen tussen ontwikkelde of nog te ontwikkelen technische en financiële oplossingen en duurzaam leefbaar wonen met de bewoner aan de knoppen. Met sociaal ontwerp in beweging is dit de aftrap voor duizend woningen per dag!
Geraadpleegde bronnen voor dit artikel:
- De mens in de stad van de mens. Inleidingen gehouden tijdens de Katholieke studenten dagen 1969 in Tilburg, prof. Ir. N.J. Habraken, 1969
- Bouwen voor de buurt. Studiedag over de beroepspraktijk van bewonersdeskundige, Jan van den Brink en ir. Martin Liebregts, 1983
- De woonklant als koning. Lezing op de studiedag Beheer onder controle, ir. Martin Liebregts, 1984
- Woonhulp en Bouwhulp: een sociaal-technisch instrumentarium. Lezing op de studiedag over ‘Ontwerpen voor Wonen Nu en In de Toekomst’, Kwee Swan Liat, 1985
- Veranderingen in het gebruik en de aanpak van stedelijke beheer, ir. Martin Liebregts, 1986
- Schatgraven in de bestaande bouw. Onderzoeksresultaten en aanbevelingen, Agentschap NL, BouwhulpGroep, 2008
- Een gebied bestaat niet, Programma artikel Renovatie nr. 4, ir. Martin Liebregts, 2010
- Manifest, renovatievisie 2050, Uitgeverij Aeneas, Martin Liebregts en Yuri van Bergen, Eindhoven, 2011
- Pamflet, renovatie als Hollands-Herontwerp, Uitgeverij Aeneas, Martin Liebregts en Yuri van Bergen, Eindhoven, 2011
- 101 uitvindingen die onze wereld van bouwen en wonen hebben veranderd, Hollands-ontwerp.nl, Yuri van Bergen, 2013
- Essay, de toekomst van de woningvoorraad’, Uitgeverij Aeneas, Martin Liebregts en Haico van Nunen, Eindhoven, 2014
- Ruimte voor de eigenaar-bewoner, Programma artikel RENDA nr. 2, Martin Liebregts, 2014
- De bewoner roept om zeggenschap, Programma artikel RENDA nr. 3, Martin Liebregts, 2014
- Traktaat, voetafdrukken van de samenleving, Uitgeverij Aeneas, Yuri van Bergen en Sandra Arts, 2015
- #DuurzaamRenoveren, hoe het wonen stap voor stap duurzaam wordt, Openbare Les gegeven door dr. ir. Haico van Nunen bij zijn presentatie als Lector Duurzame Renovatie aan de Hogeschool Rotterdam, 2017
- De belofte van duizend woningen per dag, www.Bestaandewoningbouw.nl, Yuri van Bergen, 2017
- PERSBERICHT: Alliantie+ Versterkt Financiële Positie Door Samenwerking Met Energiefonds Utrecht, Alliantie+ BV, 2018