• Doelgroep tussen wal en schip

    Leestijd 5 – 7 minuten, door Merle Savelsberg

    De laatste jaren trekt de woningmarkt weer flink aan. De prijzen stijgen en de steden kunnen het niet allemaal meer even goed bolwerken. Woningnood is niet iets nieuws. Na de tweede wereldoorlog was er ook sprake van een schaarste in het woningaanbod op de Nederlandse markt. Toen werden de wederopbouwwijken in snelle opeenvolging gebouwd om iedereen te kunnen huisvesten. Het grootste dal in de woningmarkt is echter wel bereikt. De economie sterkt weer aan. Maar hoe zit dat voor starters op de woningmarkt?

    Als starter valt het niet mee. Wanneer je klaar bent met studeren, moet je een baan en nieuw onderdak vinden. De meesten vinden een kantoorbaan van negen tot vijf waarbij de vrijheid van het studeren en ‘eventjes naar huis gaan omdat je geen zin meer hebt’ er niet meer in zit. Dat is voor sommigen even slikken. Niet alleen behoor je nu tot de ‘grote mensen wereld’ van het werken, je zal te zijner tijd je eenvoudige studentenkamer moeten verlaten en inruilen voor een appartement of huis. En dat blijkt in deze tijden nog niet zo eenvoudig als dat het doet klinken.

    Lees meer
  • De opkomst van de stapsgewijze renovatie-aanpak

    Leestijd 7 – 9 minuten, door Yuri van Bergen

    Onlangs sprak een oude bekende van BouwhulpGroep zich uit dat we trotser mogen zijn op het feit dat onze visie en methode van stapsgewijs renoveren van componenten in slechts enkele jaren zo vaak als voorbeeld en/of inspiratie is gebruikt door anderen. Toen we nu bijna tien jaar geleden met elkaar in contact kwamen, sprak de gebouwde omgeving zich namelijk liever niet uit over deze stapsgewijze aanpak. Want in de gebouwde omgeving en met name in de sociale sector stond stapsgewijs bekend als: duur, ingewikkeld en vooral theoretisch. Maar dat lijkt vandaag de dag wel anders geworden. Sinds het klimaatakkoord van Parijs is ondertekend en het Klimaatakkoord in ons land in een stroomversnelling is gekomen blijkt voor de gebouwde omgeving stapsgewijs renoveren een van de meest haalbare methoden om een dergelijk omvangrijke opgave van 7,6 miljoen bestaande woningen met matige energetische kwaliteit, waarvan 5 miljoen in particulier bezit, met elkaar te renoveren. In dit artikel wil ik graag terugblikken op de totstandkoming van deze ontwikkeling.

    Lees meer
  • Willen we echt zo klein wonen?

    Leestijd 4 – 6 minuten, door Thijs van Tetering

    Het eerste deel van een nieuwe serie over plattegronden


    D eze week heb ik voor het eerst mijn auto, een Renault uit 2006, uitgeleend via een deelplatform. Een bekende van me zocht een duurzamere manier om op vakantie te gaan dan met het vliegtuig en hierop bood ik hem mijn auto te leen aan.[1] Om risico’s uit te sluiten leek het ons beiden een goed idee om de auto via een platform te verhuren, en dit ging erg gemakkelijk. Na slechts enkele klikken was het geregeld. In eerste instantie voelde ik me voornamelijk goed bij het feit dat ik meehielp aan het verwezenlijken van de deeleconomie; ook mijn auto staat gemiddeld meer dan 95% van de tijd stil. Als iedere Nederlander een autodeler wordt zouden er nog maar 20% van de auto’s nodig zijn ten opzichte van nu; hieraan draag ik graag mijn steentje bij. Echter eerlijk is eerlijk: hoe dichterbij de vakantie kwam hoe meer ik begon te twijfelen of ik hier wel goed aan deed. Het was namelijk wel míjn auto waar ik, alhoewel ik deze gemiddeld slechts één of tweemaal per week gebruik, toch een bijzondere waarde aan hecht. Maar toen ik mijn autosleutel uit handen gaf en mijn auto zag wegrijden voelde ik dat het goed zat; ik ging gewoon weer op mijn fiets door de stad en heb mijn auto uiteindelijk geen seconde gemist. Nu kun je je natuurlijk afvragen; wat is dit voor een vreemd voorbeeld om je eerste artikel op een blog over het verduurzamen van de Nederlandse woningvoorraad mee te beginnen? Het antwoord hierop: ik zie in dit voorbeeld parallellen met de veranderende woonwensen van mijn generatie.

    Lees meer
  • DUURZAAM WONEN IS MEER DAN CO2 BESPAREN

    Leestijd 3 – 4 minuten, door Sandra Arts

    Over duurzaamheid & leefbaarheid

    Laatst was ik in Eindhoven aan het wandelen met een vriendin. Ze is een jaar geleden verhuist van de stad Eindhoven naar een dorp in Gelderland. Ze vertelde dat ze nog moeite heeft met de overgang; het wonen in een stad is zoveel anders dan in het dorp waar ze nu woont. Ze mist vooral sfeer. Het dorp waar ze nu woont heeft, net als vrijwel alle steden en dorpen in Nederland, een (oude) kern met daaromheen wijken uit de verschillende uitbreidingsperioden: de wederopbouw uit de periode net na de oorlog, de systeembouw uit de jaren ‘60/’70, de stadsvernieuwing na de crisis van de jaren ’80 en de vinexwijken uit de jaren ’90/’00. Deze verschillende bouwperioden zijn altijd leesbaar en proefbaar in een dorp of stad, bij de ene stad wat meer en bij het andere dorp wat minder. Het verschil wat mijn vriendin nu vooral ervaart is dat in Eindhoven de historische sfeer, zij  het vooral gerelateerd aan het industriële erfgoed, meer aanwezig is dan in het dorp waar ze nu woont. Daar is te veel van het oude centrum in de loop der tijd vervangen door nieuwbouw. En zij is daar geen uitzondering in. We houden vrijwel allemaal van de sfeer die de historie uitstraalt.

    Lees meer
  • IN EEN SPREADSHEET VALT NIET TE WONEN

    Leestijd 4-6 minuten, door Yuri van Bergen

    Een reflectie op de lessen geleerd vanuit het verleden met aandacht voor het gebruik van deze lessen bij de opschaling van de verduurzaming van de gebouwde omgeving in de toekomst.

    Tien jaar geleden maakte ik een reis langs bijna 60 huishoudens verspreid door Nederland om hun ervaring over het wonen in een voor die tijd energiearme woning te evalueren. In samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken werkten we aan de opdracht om bij 31 energiezuinige projecten, die al ten minste vijf jaar in gebruik waren, de successen en mislukkingen op te halen bij zowel de opdrachtgever, de bewoner en de ontwikkelaar. Dit project genaamd ‘Schatgraven in de bestaande woningbouw’ richtte zich op de eerste voorbeelden in ons land van wat we nu Beng, Nom of CO2-neutraal zouden noemen (1). Eén van de bezoeken die me tot vandaag nog het meest is bijgebleven was die bij een vriendelijke mevrouw in een appartementencomplex ergens in het oosten van het land. Op mijn vraag of ze wist dat ze in een energiezuinige woning woonde antwoordde ze met een vragende blik. Ze vroeg hoe ze dat moest weten en waar ze dat aan kon zien. Deze mevrouw was namelijk niet de eerste huurder van dit nieuwbouwcomplex en niemand had haar verteld dat het een ‘bijzondere’ woning was. We liepen samen naar de installatieruimte in haar woning en daar toonde ik haar de verwarmingsketel, de warmtepompboiler en de units die hoorden bij het ventilatiesysteem met warmteterugwinning. Toen wees ik twee converters aan en vertelde dat ze ook zonnepanelen op haar platte dak had liggen. Ik pakte de stekker en zei: ”En als u deze stekker hier in het stopcontact had gestopt dan had u dat teruggezien op uw energierekening”.

    Lees meer