RENOVEREN ALS TOEGEPAST SOCIAL DESIGN

Leestijd: 6 – 8 minuten, door Lucas Bakker

Renoveren begint bij de bewoners. Zo niet, dan zal er nooit voldoende draagvlak ontstaan voor de gigantische opgave om zeven miljoen woningen voor 2050 te verduurzamen. Dit draagvlak krijg je alleen door bewoners inbreng te geven in het verduurzamingsproces. Succesvolle verduurzaming is dan ook alleen mogelijk op het raakvlak tussen technische, financiële, en sociale factoren. In dit artikel zou ik die sociale kant van renoveren willen bespreken, dat zich vaak vertaald in bewoner- en buurt participatie. Maar wat betekent deze participatie nou eigenlijk bij het renoveren van je woning? En wat zijn de verschillende rollen van participatie in het verduurzamingsproces? Wanneer gaat bewonersparticipatie goed? En wanneer juist niet? Deze vragen heb ik onderzocht en ik ben tot de conclusie gekomen dat renoveren eigenlijk een toegepaste vorm van Social Design is!

Renoveren is Social Design?

Afgelopen zomer ben ik afgestudeerd van de master Industrial Design aan de TU Eindhoven met een specialisatie in Social Design binnen een inclusieve en rechtvaardige energietransitie. Vlak na mijn afstuderen ontmoette ik Yuri van Bergen van BouwhulpGroep tijdens de klimaatconferentie voor inwoners van Eindhoven. Tijdens onze kennismaking vertelde hij dat BouwhulpGroep eigenlijk al heel lang Social Design toepast bij het verduurzamen van woningen en buurten. Hier was ik het eerst niet zo mee eens, wat dit paste niet echt bij hoe ik Social Design ken: het toepassen van ontwerpprocessen op complexe sociaal-maatschappelijke vraagstukken, vaak door gebruik te maken van creatieve werkvormen. En renoveren is toch vooral een technische aangelegenheid?

Vanuit eerdere projecten wist ik wel dat een vorm van Social Design wordt toegepast bij renovaties in de vorm van bewonersondersteuning of als een soort interactief communicatiemiddel. Maar het toepassen van Social Design zoals ik het ken wordt meestal door participatiebureaus en procesondersteuners uitgevoerd om draagvlak te creëren in opdracht van bijvoorbeeld een woningcorporatie. En BouwhulpGroep was een architecten en advies bureau, weliswaar ontstaan in 1978 thuis aan de keukentafel van zowel eigenaar-bewoners als huurders, maar leek daarmee totaal anders dan het creatieve participatiebureau waar ik tijdens mijn opleiding stage had gelopen.

Tegelijkertijd, de verduurzamingsopgave kan zeker wel als een sociaal-maatschappelijk vraagstuk worden gezien, met een net zo belangrijke technische kant. Daarnaast kan de verduurzamingsopgave ook vanuit een socio-economisch perspectief worden bekeken, aangezien de energetische kwaliteit van een woning grote invloed heeft op de maandlasten én het energielabel zowel invloed heeft op de woningwaarde [1] als de maximale hypotheek [2]. Ik denk dat ik in eerste instantie de link tussen Social Design en renoveren niet zo, legde doordat creatieve werkvormen een minder aanwezige rol hebben bij renoveren en door de verschillende niveaus van participatie binnen renovatieprojecten.

Participatief renoveren Meestal hebben huurder-bewoners bij een verduurzamingsproject wel enige mate van inbreng in het project. Denk hierbij aan bewoner informatie avonden, klankbordgroepen, meedenkgroepen of co-design sessies waarbij bewoners mogen stemmen tussen enkele ontwerpkeuzes. Maar het beslisniveau van bewonersparticipatie in het ontwerp- en besluitvormingsprocessen blijft vaak beperkt. De verschillende niveaus van participatie worden vaak uitgedrukt met Sherry Arnsteins Participatieladder [3]:

Figuur 1: Arnsteins Participatie ladder: Verschillende participatievormen met verschillende niveaus van participatie – van non-participatie tot burgermacht.

Vaak blijft inspraak van huurders beperkt tot de onderste helft van deze ladder. Dat, terwijl de bewoners feitelijk de hoofdgebruikers van de woningen zijn, ofwel woon-experts. En deze ervaringsexperts willen over het algemeen twee dingen, zoals te lezen was in het eerste jaarverslag van BouwhulpGroep in 1978:

  1. Ze willen niet betalen voor achterstallig onderhoud. Met andere woorden: ze hebben het gevoel dat een gevraagde huurverhoging wordt gebruikt voor onderhoud dat allang volgens afspraak uitgevoerd had moeten worden.
  2. Ze vragen om te mogen meebeslissen over zaken die hen direct aan gaan. In dit geval was dat de kleur van het toilet en de badkamer.

Bovenstaande beperkte inbreng gaat tegen een van de hoofdstromen binnen Industrial Design in: User Centered Design, waarbij de (eind)gebruiker van een product of systeem centraal staat [4, 5]. Het centraal stellen van de gebruiker gaat volgens de volgende stappen:

  1. De wensen van de gebruiker vroeg in het project in kaart brengen.
  2. De gebruiker meenemen in het ontwerpproces, aangezien zij ervaringsdeskundigen van het product zijn.
  3. Genomen ontwerpkeuzes iteratief terugkoppelen aan de gebruiker, zodat de gebruiker weet wat hun invloed is op het proces.

Bewoner Centered Design?

Deze stappen kunnen ook bij het verduurzamen van de woningvoorraad worden toegepast, en dit wordt meestal ook al (deels) gedaan. Vaak is wel de grote vraag wie de eindgebruiker is – de huidige of de toekomstige bewoner? Beiden, natuurlijk! Er zijn verschillende methodes om de wensen en randvoorwaardes van verschillende type doelgroepen in kaart te brengen, waarvan Persona’s [6] tot de bekendste horen. Persona’s zijn specifieke doelgroepomschrijvingen, waarbij een doelgroep wordt gepersonifieerd tot een fictief persoon met een naam, karaktereigenschappen en verdere omschrijving op basis van gebruikersonderzoek.

Dit alles verandert ietwat als ‘de bewoner’ geen huurder bij een corporatie is, die samen met de andere huurders moeten instemmen met een plan wil de corporatie deze kunnen uitvoeren (volgens de 70-procent regeling), maar een particuliere bewoner-eigenaar is. Particuliere woningeigenaren kiezen niet collectief of er iets wel of niet gaat gebeuren, maar hebben het individueel volledig voor het zeggen. Het feit dat het verduurzamen van particuliere woningen een zeer delicate opgave is gebleken laat zich (o.a. tijd-technisch) [7] moeilijk rijmen met het feit dat dit de grootste groep woningbezitters van Nederland is (met twee-derde van de woningvoorraad in handen) [8]. Ofwel, als alle particuliere woningeigenaren individueel hun woningen moeten renoveren, gaan we de verduurzamingsopgave van 7 miljoen woningen in 2050 nooit halen.

Alle particulieren individueel ondersteunen is onbegonnen maatwerk, collectief renoveren lijkt een geschikt oplossing. Maar ook bij verduurzamingscollectieven blijven het groepen individuele eigenaren, ieder met een eigen tempo en budget en daarnaast met de mogelijkheid om op elk moment uit het collectief te stappen. Al deze verschillende individuen kunnen wel weer gegeneraliseerd worden op basis van hun eigenschappen tot bewonersdoelgroepen (Persona’s) waar breed inzetbare verduurzamingsoplossingen voor kunnen worden ontworpen (User Centered Design), dat wij bij BouwhulpGroep een menukaart noemen. Ofwel Bewoner Centered Design, een soort Participatory Design.

Maar bij Bewoner Centered Design zijn wel een aantal aandachtspunten, zoals de verhouding is tussen de bewonerservaringen en de deskundigheid van de ontwerper en het algemene- tegenover het individuele belang bij collectieve renovatie. Daarnaast is er nog de vraag wat praktisch is; het hoogwaardig laten participeren van vele bewoners over complexe beslissingen kost veel tijd en kan het proces sterk belemmeren. Het vertalen van individuele wensen naar een collectief plan en naar uitvoering is dan ook echt een balanceer oefening.

Bewonersparticipatie in de praktijk

Maar hoe ziet dat balanceren van de sociale belangen er in de praktijk uit? Om daar achter te komen heb ik gekeken hoe participatiebureaus dat doen en dit vergeleken met de praktijk van BouwhulpGroep van 1978 tot nu, op basis van gesprekken met collega’s Jelle Persoon, Sandra Arts, Haico van Nunen, Laurens Talsma en Yuri van Bergen. Hieruit kan ik de volgende punten concluderen:

  • Het belangrijkste is dat er een vertrouwensband met de woningeigenaar en bewoners wordt opgebouwd en behouden, anders zal het draagvlak wegvallen.
  • Als er wrijving met bewoners is, of zelfs wantrouwen ontstaat, dan moet dat eerst opgelost worden voordat het project wordt vervolgd. Buren praten met elkaar, en wantrouwen verspreid dan ook snel in een buurt.
  • Hierbij is cruciaal om uit te stralen dat het renovatiewerk voor en vanuit de bewoner is. De bewoners moeten een soort regie over de projectgroep voelen.
  • De verwachtingen van alle partijen moeten samen op één lijn worden gebracht. Maak de plannen tastbaar voor de bewoners, zoals met een modelwoning waar men met eigen ogen kan zien of de huidige gordijnen nog steeds passen.
  • Transparant en regelmatig communiceren over het proces naar de bewoners helpt het vertrouwen in stand te houden. Geen nieuws is ook nieuws.
  • Luister naar de bewoners in een open gesprek, het is hun ervaring die wordt gewaardeerd en gerespecteerd. Laat dus zowel de kwaliteit van wonen en de woning zien, maar breng de pijnpunten ook onder de aandacht van de stuurgroep. Geef terugkoppeling over deze punten aan de bewoner; Hiermee voelen bewoners zich gehoord en snappen ze ook waarom er mogelijk nu niks mee gedaan kan worden. Bewoners zijn geen renovatie experts, maar wel woon-experts. Daarom is het waardevol om actief naar ze te luisteren.
  • Het actief laten participeren van bewoners in het project kost vaak veel tijd en is maatwerk, maar het creëert ook draagvlak, vertrouwen en brengt verwachtingen op één lijn, wat zorgt dat de rest van het proces soepeler verloopt.

Participatie vormen

Verschillende vormen van participatie kunnen op twee assen worden verdeeld: Beslis niveau en abstractie niveau. Deze twee assen hebben ook een onderling verband, zoals in onderstaande matrix te zien is.

Figuur 2: Participatie – Abstractie matrix.

In het diagram is te zien dat naar mate het abstractie niveau omhoog gaat, bijvoorbeeld van ontwerpkeuzes naar planvorming, het participatie niveau vaak omlaag gaat. Dit komt doordat grootschalige en hoogwaardige bewonersparticipatie over abstracte onderwerpen niet altijd even makkelijk is. De bewoners moeten projectkennis hebben om mee te kunnen beslissen. Daarnaast is het vaak het geval dat bewoners beschikbaar moeten zijn tijdens kantooruren, om aan tafel te kunnen zitten met de bestuurders. Dit wordt natuurlijk lastig als je dan zelf aan het werk bent.

Wanneer het beslis- en abstractie niveau hoger is, kom je ook een soort praktijkgrens tegen, doordat het organiseren en faciliteren van brede en hoogwaardige participatie veel tijd kost of de groep niet meer vertegenwoordigend is voor de meeste bewoners.

De enige manier om bewoners te laten (mee)beslissen over de planvorming, is door ze (project)opdrachtgever te maken en ze daadwerkelijk regie te geven over het gehele procesvorming. Maar zijn ze daar bevoegd voor? Voor particuliere bewoner-eigenaars is dat in ieder geval wel zo.

Voor het collectief renoveren met particulieren woningeigenaren is volwaardige participatie een voorwaarde. Met hoe dit in de praktijk werkt zijn wij bij BouwhulpGroep aan het experimenteren en opschalen. Onze inzichten uit dit proces zullen we in vervolg artikelen delen.

Bronnen:

[1] Brainbay. (2023, 9 mei). Effect van beter energielabel op woningwaarde groter dan ooit. NVM. Geraadpleegd op 15 januari 2024, van https://www.nvm.nl/nieuws/2023/effect-van-beter-energielabel/

[2] Kraniotis, L. (2024, 4 januari). Energielabel steeds belangrijker: kopers mogen meer lenen voor groene woning. NOS. Geraadpleegd op 15 januari 2024, van https://nos.nl/artikel/2503740-energielabel-steeds-belangrijker-kopers-mogen-meer-lenen-voor-groene-woning

[3] Sherry R. Arnstein (1969). A Ladder Of Citizen Participation. Journal of the American Institute of Planners 35 (4): 216–224. ISSN0002-8991DOI10.1080/01944366908977225.

[4] Norman, D. A. (1986). User-Centered System Design: New Perspectives on Human-Computer Interaction.

[5] Norman, D. A. (1988). The psychology of everyday things. Basic books.

[6] Cooper, A. (1999). The inmates are running the asylum (pp. 17-17). Vieweg+ Teubner Verlag.

[7] Van Bergen, D. Y. (2023, 27 november). Industrieel renoveren: Het werkt alleen als je begint bij bewoners. Duizend Woningen Per Dag. https://www.duizendwoningenperdag.nl/proces/industrieel-renoveren-het-werkt-alleen-als-je-begint-bij-bewoners/

[8] Centraal Bureau voor de Statistiek. (2023, 20 november). Voorraad woningen; eigendom, type verhuurder, bewoning, regio. CBS Statline. https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/82900NED/table?dl=51887

Deel dit artikel:

mm

Lucas Bakker | Sociaal Ontwerper Ik ben een Social Designer met goed technisch inzicht die het liefst hands-on aan sociaal-maatschappelijke vraagstukken werkt zoals de energie- en materiaal transitie en de bijbehorende sociale transitie. Mijn grote interesses liggen in de circulaire economie, bio-based materiaal gebruik en zorgen dat iedereen meegenomen worden in de reis naar een duurzame wereld. Bij BouwhulpGroep werk ik rond de thema’s bewoners- en buurtparticipatie, communicatie, circulariteit en ketenopschaling.