Leestijd: 6 – 8 minuten, door Yuri van Bergen
Onze Nederlandse economie leek in de jaren negentig oneindig te kunnen groeien. Groei in omvang en uitbesteding door de publieke sector stonden hoog op de agenda [1]. In deze periode werd ons beleid voor wonen dan ook beschouwd als een opgave van aanbod. In een rap tempo werden financiële banden tussen overheid en corporaties doorgesneden [2]. Subsidies werden gestopt en de samenhang tussen (maatschappelijke) vraag en (integraal) aanbod verdween. De markt moest het zelf gaan doen en koos daarbij voor proposities waar dit met de meeste zekerheid was te doen: de combinatie van nieuwbouw en professionele opdrachtgevers zoals woningcorporatie en private beleggers.
Lees meer