Leestijd 4 – 6 minuten, door Thijs van Tetering
Het eerste deel van een nieuwe serie over plattegronden
D eze week heb ik voor het eerst mijn auto, een Renault uit 2006, uitgeleend via een deelplatform. Een bekende van me zocht een duurzamere manier om op vakantie te gaan dan met het vliegtuig en hierop bood ik hem mijn auto te leen aan.[1] Om risico’s uit te sluiten leek het ons beiden een goed idee om de auto via een platform te verhuren, en dit ging erg gemakkelijk. Na slechts enkele klikken was het geregeld. In eerste instantie voelde ik me voornamelijk goed bij het feit dat ik meehielp aan het verwezenlijken van de deeleconomie; ook mijn auto staat gemiddeld meer dan 95% van de tijd stil. Als iedere Nederlander een autodeler wordt zouden er nog maar 20% van de auto’s nodig zijn ten opzichte van nu; hieraan draag ik graag mijn steentje bij. Echter eerlijk is eerlijk: hoe dichterbij de vakantie kwam hoe meer ik begon te twijfelen of ik hier wel goed aan deed. Het was namelijk wel míjn auto waar ik, alhoewel ik deze gemiddeld slechts één of tweemaal per week gebruik, toch een bijzondere waarde aan hecht. Maar toen ik mijn autosleutel uit handen gaf en mijn auto zag wegrijden voelde ik dat het goed zat; ik ging gewoon weer op mijn fiets door de stad en heb mijn auto uiteindelijk geen seconde gemist. Nu kun je je natuurlijk afvragen; wat is dit voor een vreemd voorbeeld om je eerste artikel op een blog over het verduurzamen van de Nederlandse woningvoorraad mee te beginnen? Het antwoord hierop: ik zie in dit voorbeeld parallellen met de veranderende woonwensen van mijn generatie.